Fiscale spaaroplossingen

PARTICULIEREN

Fiscale spaaroplossingen

Deze vormen van sparen leveren elk jaar een aanzienlijk belastingvoordeel op tot maximaal 30% van de gestorte premie (te verhogen met gemeentelijke opcentiemen), maar hierbij wel rekening houdend met een eindtaxatie van 8%-10% op het gespaarde kapitaal.

Pensioensparen

Het individuele pensioensparen is een van de fiscale manieren om buiten het wettelijke pensioen een extra pensioenkapitaal op te bouwen. Dit kan via een levensverzekering (Tak 21, Tak 23 of een combinatie van beide) worden gedaan waarbij een belastingvoordeel van 25% tot 30% (te verhogen met gemeentelijke opcentiemen) over de gespaarde premies wordt verkregen. Het opgebouwde kapitaal wordt op de einddatum van het contract uitgekeerd. Het is ook mogelijk het spaarkapitaal reeds voor de einddatum van contract op te vragen, maar in dat geval zullen er taksen en afkoopkosten verschuldigd zijn.

Wie mag doen aan pensioensparen?

Men moet een Belgisch rijksinwoner zijn (of inwoner van een andere lidstaat van de E.E.R) en een belastbaar inkomen hebben in België .​​​​​​​

Men moet  minstens 18 jaar of maximum 64 jaar zijn op het moment dat het contract wordt afgesloten (Het contract heeft een minimumlooptijd van tien jaar)

Maximale spaarpremie?

Er bestaan op vandaag voor fiscaal pensioensparen 2 formules :

Via de klassieke weg mag op jaarbasis maximaal 990€ (2022) worden gespaard. Hiervoor wordt een belastingvermindering van 30% (te verhogen met gemeentelijke opcentiemen) toegekend wat neerkomt op een belastingvoordeel van maximaal 297€. 

Sedert 2018 is er keuze om dit bedrag op te trekken tot 1.270€ en over de betaalde jaarpremie slechts een belastingvoordeel van 25% (te verhogen met gemeentelijke opcentiemen) wordt geheven en dus een maximale belastingwinst van 317,50 € oplevert.

Op fiscaal vlak is de 2de formule enkel voordelig indien de jaarlijkse spaarpremie meer dan 1.188 € bedraagt. Qua uiteindelijk spaarkapitaal daarentegen creëert deze extra premie wel een serieus financiële winst want op termijn (ten gevolge van de kapitalisatie) wordt er meer bijeen gespaard en zal de spaarpot aan het einde van de rit automatisch een stuk hoger uitvallen.

Spaarverzekering of spaarfonds?

Een groot voordeel van pensioensparen is dat er gekozen kan worden tussen sparen via een spaarverzekering of een beleggingsfonds.

Voor- en nadelen pensioenspaarverzekering

Bij het gebruik van een pensioenspaarverzekering kan dus nog steeds 100% veilig worden gespaard, kortweg de klassieke pensioenopbouw via Tak 21. Dit betekent dat er een gegarandeerd minimumrendement wordt gegeven en dat het gespaard bedrag ook niet verloren kan gaan. Daarnaast volgt als extra bonus ieder jaar nog een winstdeelname.

Het nadeel op dit moment van pensioenopbouw in tak 21 is dat de huidige rendementen dermate laag zijn. Voor de spaarders waar het rendement wel een voorname een rol speelt, biedt de pensioenspaarverzekering steeds de mogelijkheid om zijn spaarpremie deels of volledig in Tak 23 te gaan beleggen, met natuurlijk de kans op een hoger rendement.

Het voordeel hierbij ten opzichte van een bankspaarfonds (1 fonds per spaarstrategie) is dat bij iedere verzekeringsmaatschappij men de keuze heeft tussen 10-15 aparte spaarfondsen, die verhoudingsgewijs geselecteerd kunnen worden en daarbij gecombineerd mogen worden met een gedeeltelijke opbouw via Tak 21.

Deze mix brengt evenwicht in de pensioenopbouw waarmee negatieve resultaten deels opgevangen of voorkomen worden, dit doordat deze verhouding jaarlijks naar wens en naargelang de toestand van de financiële markten aangepast kan worden.

Voor- en nadelen pensioenspaarfonds

Het sparen via een pensioenspaarfonds gebeurt steeds bij de bank, waar de keuze qua risicospreiding (verdeling van obligaties & aandelen) normalerwijs bestaat uit een 3-tal formules (defensief / neutraal / dynamisch).

Natuurlijk heeft deze spaarvorm meer potentieel qua rendement (100% beursgebonden) maar is het aan de andere kant ook een stuk risicovoller in geval dat de uitkering van het pensioenspaarfonds op een slecht moment valt (Bankencrisis van 2008). Ander minpunt is dat de gespaarde reserve niet  verplaatst kan worden naar risicoloze belegging (cashfonds) of naar een gewaarborgde spaartak wat bij de spaarverzekering wel mogelijk is.

Samengevat , alles hangt uiteindelijk af van uw eigen wensen en de spaarpremie die u jaarlijks kunt en wilt sparen. Een andere boodschap is om er natuurlijk zo vroeg mogelijk mee te beginnen !

Contacteer ons voor meer info

Langetermijnsparen

Langetermijnsparen is een 2de spaarvorm om fiscaal voordelig een aanvullend pensioen op te bouwen. In tegenstelling tot pensioensparen kan dit enkel via een verzekeringscontact, dus een individuele levensverzekering (Tak 21, Tak 23 of een combinatie van beide) waar over de gespaarde premies tevens een belastingvoordeel van 30% (te verhogen met gemeentelijke opcentiemen) wordt verkregen. De einddatum van het contract is ten vroegste op de leeftijd van 65jr, maar het contract mag ook langer doorlopen. Het is mogelijk om het reeds gespaarde kapitaal voor de einddatum van het spaarcontract op te vragen, maar in dat geval kunnen er taksen en afkoopkosten verschuldigd zijn.

Wie mag doen langetermijnsparen?

U moet een Belgisch rijksinwoner zijn (of inwoner van een andere lidstaat van de E.E.R) en een belastbaar inkomen hebben in België .

U bent minstens 18 jaar of maximum 64 jaar op het moment dat u het contract afsluit. (U moet dus ten laatste op uw 64ste beginnen; Het contract heeft een minimumlooptijd van 10 jaar)

Maximale spaarpremie?

Het maximale spaarbedrag waar het belastingvoordeel van 30% over wordt verkregen, berekent men op basis van het netto belastbaar beroepsinkomen (6% van het netto BBI + € 76,40-) in het jaar dat het contract wordt aangegaan maar tevens (fiscaal) begrensd tot een maximumbedrag van €2.350,- (2022)

Langetermijnsparen is vooral interessant voor wie geen woonkrediet meer heeft lopen of er één heeft afgesloten na 2015. Dat heeft alles te maken met de fiscale korf waarin de belastingverminderingen voor een hypothecair krediet en voor langetermijnsparen ondergebracht worden.

VAPW

Het was in 2019 dat de Belgische regering heeft beslist om de tweede pensioenpijler uit te breiden met het VAPW, het Vrij Aanvullend Pensioen voor Werknemers. Het VAPW is een fiscaal interessante manier om aanvullend pensioen op te bouwen en werd voor loontrekkenden in het leven geroepen die geen of een beperkt collectief pensioenplan hebben bij hun werkgever. 

Het basisprincipe is dat een werknemer aan zijn werkgever kan vragen om een bedrag van zijn nettoloon in te houden en te storten in een VAPW-contract. De maximale bijdrage op jaarbasis bedraagt 3% van het referentie-inkomen* (indien onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen) met een minimum van 1.670 € (in 2022).

*Het volledig brutoloon van het jaar x-1 waarin de premie zal worden gestort

Voor wie?

Voor werknemers die geen pensioenplan of groepsverzekering bij hun werkgever hebben

Voor werknemers die wel reeds pensioen opbouwen via werkgever maar maar bij wie het totaal van de premies in de groepsverzekering en een eventueel sectorplan lager ligt dan 1.630 € per jaar of 3% van hun referentieloon*

Uitgesloten zijn de werknemers die al 3% van hun referentieloon of meer dan 1.670 € (in 2022) via hun werkgever sparen.

Voordelen van het VAPW?

Het biedt aan de groep werknemers, die niet direct de mogelijkheid hebben om binnen de 2de pijler voor hun pensioen te sparen, toch de kans om een aanvullend pensioen op te bouwen.

Het fiscale voordeel van een VAPW-contract komt in grote lijnen overeen met de fiscale voordelen van individueel pensioensparen en langetermijnsparen (3de pijler) , wat wilt zeggen dat ieder jaar dus 30% van gespaarde premie via de personenbelasting in mindering gebracht kan worden.

Het jaarlijks spaarbedrag binnen het VAPZ is vrij te bepalen , weliswaar met een minimum van 1.630 € en rekening houdend met de wettelijke jaarlimiet van 3% van het referentieloon. In welke formule (Tak 21, Tak 23 of een combinatie van beiden) hierbij aanvullend pensioen wordt opgebouwd, is vrij te kiezen.

Hoe een VAPW opstarten?

Veel werknemers kloppen in eerste instantie aan bij hun werkgever als ze een VAPW willen opstarten. Maar de werknemer moet eerst zelf (via de makelaar) bij een verzekeringsmaatschappij een VAPW-pensioencontract afsluiten. Daarna ontvangt de werknemer een attest dat aan de werkgever wordt bezorgd. Die zal voortaan een maandelijkse bijdrage afhouden van het nettoloon om nadien dat bedrag door te storten naar de verzekeraar of pensioeninstelling die de werknemer gekozen heeft.

De werkgever draagt verder geen verantwoordelijkheid en hoeft bijvoorbeeld ook geen rendement te garanderen waar dit bij gewone groepsverzekering wel op vandaag nog steeds ‘t geval is, namelijk een minimale rendementsgarantie van 1,75% (cf. de Wet op de Aanvullende Pensioenen of WAP).

Taxatie VAPW op einddatum?

Voor een VAPW op einddatum worden vooreerst de solidariteitsbijdrage ( 0% en 2%) en de RIZIV-bijdrage 3,55% van het eindkapitaal afgehouden, waar nadien op het resterende bedrag bijkomend een gunstige taxatie volgt van 10% (te verhogen met gemeentelijke opcentiemen).

Contacteer ons voor meer info

Wist u dat … u via de website MyPension.be heel eenvoudig kunt berekenen of u in aanmerking komt om aanvullend pensioen op te bouwen via het VAPW ? Ook het bedrag van uw reeds opgebouwde pensioenreserves in de tweede pijler vindt u hier terug.

Fiscale vergelijking anno 2022
PDF DOM Verzekeringen

Inschrijven Nieuwsbrief

Zo word je altijd als eerste op de hoogte gebracht van ons laatste nieuws, updates, jobs, tips & promoties. Stay UP-TO-DATE!

SERVICE

“Maak je geen zorgen. Wij doen de rest.”

Bereken zelf je
​​​​​​​verzekering op maat

Ontdek Meer

Beheer je eigen dossier
​​​​​​​met onze e-tools

Ontdek Meer